Werkdruk

Een te hoge werkdruk kan leiden tot werkstress. We spreken van werkdruk als de balans tussen de werkbelasting en de belastbaarheid van de werknemer verstoord raakt. Bijvoorbeeld als uw werknemers het werk niet afkrijgen binnen de gestelde tijd. Dat kan liggen aan de vaardigheden van uw werknemer, maar ook aan de eisen van het werk, de omstandigheden op het werk (bijvoorbeeld technische mankementen of een conflict op de werkvloer) of persoonlijke omstandigheden.



Burn-out

Wanneer iemand langdurig te maken heeft met hoge werkdruk, dan kan dit leiden tot een burn-out. Meer dan een miljoen mensen loopt jaarlijks het risico op een burn-out en andere werkgerelateerde psychische aandoeningen. Daarmee is het de meest voorkomende beroepsziekte.



Psychosociale arbeidsbelasting

Werkdruk wordt genoemd in de Arbowet en valt onder psychosociale arbeidsbelasting. Werkgevers zijn op grond van deze wet verplicht om een beleid te voeren dat erop gericht is om deze vorm van arbeidsbelasting te voorkomen of te beperken. Volgens het Arbobesluit bent u als werkgever verplicht om de risico’s van werkdruk in kaart te brengen in een RI&E. Ook moet u in het Plan van Aanpak maatregelen opnemen waarmee werkdruk kan worden voorkomen. U dient uw medewerkers in te lichten over de risico’s en de maatregelen.



Symptomen

Bij een normale werkdruk, krijgt uw werknemer de tijd te herstellen. Lukt dat niet, dan krijgt hij stress. U herkent dit aan een lagere productiviteit en moeite hebben met veranderingen op de werkvloer. Ook kan een werknemer met stress zich cynisch uitlaten over het bedrijf, geïrriteerd zijn naar collega’s en ontevreden gedrag vertonen. Als iemand zich vaak ziek meldt, kan dat ook een symptoom van stress zijn.



Dit kunt u ook doen om een hoge werkdruk te voorkomen:

• Laat medewerkers meebeslissen over de werkinhoud en de manier waarop zij het werk uitvoeren. Zorg voor duidelijke taakomschrijvingen.
• Geef meer autonomie om de eigen tijd in te delen.
• Steun ze bij de uitvoering van hun werk. Blijf in gesprek en geef regelmatig een compliment.
• Stimuleer of faciliteer opleidingen.
• Zorg voor herstel. Bouw momenten van rust in na een deadline of de seizoenspiek en stuur mensen een keer eerder naar huis als de werkzaamheden dat toelaten.